Maandelijks archief: februari 2015

Elitedictatuur

Hallo Fred,

Stormachtige tijden! Jazeker, ik was erbij toen in Utrecht, maar slechts als toeschouwer. Met die leus die zo lekker scandeert (Twééfásenstructúúr, élítedictátúúr) trokken de studenten over het Janskerkhof richting Academiegebouw, het eerbiedwaardige equivalent van de Amsterdamse Lutherse kerk. Ik kende verschillende mensen in die optocht, maar op hun aansporingen om mee te doen aan het protest ben ik niet ingegaan. Ik vond het maar niks eigenlijk, die claim op onbeperkte studietijd. Naar mijn smaak waren er veel te veel mensen voor wie studeren een synoniem was van lanterfanten. Dat was me bar tegengevallen bij Nederlands: veel leuke mensen, maar slechts een handjevol met de fanatieke interesse die ik zelf had en die ik automatisch ook verwacht had bij de rest. En voor andere studies (ook bèta en gamma) was het al niet veel beter. Van mij mocht er dus wel een limiet gesteld worden.

Kwaliteit is tijd plus deskundigheid
Pas later zag ik dat tijd weghalen ook kwaliteit weghalen is. Elke gemiddelde student heeft tijd nodig om de stap te maken naar een nieuw bestaan, plus tijd om de inhoud van zijn opleiding zo te internaliseren dat er niveau bereikt wordt. Die beloofde tweede fase is er geloof ik nooit gekomen en de Tweefasenstructuur sneuvelde, maar daarna werd het nog erger. Want toen kwam BAMA – inhoudelijk een prima idee om vakgebieden beter samen te laten werken en internationalisering meer kans te geven, maar als stelsel gewoon de volgende bezuiniging. BAMA is aan de Nederlandse universiteiten nog steeds een uiterst bekrompen uitvoering van het Amerikaanse voorbeeldstelsel. Parallel aan dit alles: bezuiniging op vermeend vermolmde vakgebieden. Behalve op tijd heeft elke student recht op deskundige opleiders die weten waar ze het over hebben, lees voor onze omgeving: opleiders die door hun onderzoek gevoed zijn.

GettyImages_464463122 studentenprotest 250215

bron

De Nieuwe Universiteit
Afgelopen week groeide mijn sympathie voor de bezetters van het Bungehuis en het Maagdenhuis, vanwege hun aanhoudend beroep op kwaliteit. ‘Competente rebellen’, staat op een van hun spandoeken. Ze protesteren terecht tegen managerssommetjes die het studiepakket bepalen en tegen elitaire instituties die denken dat ze eigenlijk wel gewoon voort kunnen gaan op de ingeslagen weg nadat ze die lastpakken een beetje aandacht gegeven hebben. Maar ze dwingen ons tot bezinning. Er is teveel gebeurd om te berusten in de situatie, vanaf het niet serieus met de gemeenschap praten over de plannen met de VU tot en met het terugschroeven van de studiepuntenopbrengst voor de onderwijsintensieve faculteiten. De studenten hebben de discussie daar gekregen waar die zijn moet: bij het rendementsdenken en bij de Haagse politieke keuzes. Intussen hebben ze zelf ook elitaire trekjes – tenminste die groep die meent dat democratie hetzelfde is als helemaal je eigen gang mogen gaan en die dus nergens mee instemt – maar juist die wat hautaine, onafhankelijke houding maakt misschien ook wel weer het verschil tussen volgzaam en volhardend.

Regenten
En hoe elitair zijn wij, vijfendertig jaar later zelf de regenten? Profiel 2016 werpt zijn schaduw ver vooruit – overal is zenuwachtigheid over mogelijkheden en onmogelijkheden en overal heerst wantrouwen. Wie tot het tijdelijk personeel behoort, staat eigenlijk al buiten. Zijn we nog bereid tot verzet en tot hoever. Gaan wij het PCH bezetten, slapen tussen de boekenkasten, zonder verwarming in het weekend? Gelukkig is er voor het tijdelijk personeel een actiegroep opgericht en gelukkig heeft het CvB vandaag bekend gemaakt dat er extra middelen komen voor Geesteswetenschappen. Voor even is de aanslag op kwaliteit een beetje afgewend. Maar we zijn er nog lang niet: ook bij onze eigen opleiding staan onderdelen onder druk en ook wij hebben tijdelijk personeel dat de taken van vast personeel vervult. Wij zullen heel goed moeten kijken welke route we kiezen om onze kwaliteit te behouden en daarmee het klimaat om kritische en competente regenten af te leveren.

Hartelijke groet,
Lia

Geest uit de fles?

 

Hallo Lia,

Als er een bezetting plaatsvindt, moet ik altijd denken aan die keer dat ik zelf als student meedeed aan de bezetting van het Academiegebouw in Utrecht eind jaren ’70. Was jij daar toen eigenlijk ook bij? We waren tegen de door de vermaledijde Pais (VVD) voorgestelde Tweefasenstructuur, die o.a. de programmaduur van studies met minstens een jaar terugbracht. Onze actie heeft niet geholpen. Hoewel… in 2002 verdween de Tweefasenstructuur weer. Als je maar geduld hebt, krijg je wel eens een keer gelijk.

Laat ik het zo zeggen: ik ben toen niet minder cynisch geworden over de ‘harde actie’. Eerlijk gezegd schaamde ik me in die tijd ook een beetje. Wij stonden in de schaduw van de generatie van de jaren zestig met zijn legendarische Maagdenhuisbezetting. Het hielp ook al niet dat we in Utrecht in plaats van in Amsterdam zaten. Maar het moeizaamst vond ik dat we niets nieuws wisten te verzinnen. Een bezetting. Ik zag mijn omgeving al gapen. Nu, ruim 35 jaar later, zie ik in een brief van collega’s die nu de bezetting van het Bungehuis ondersteunen deze zin staan: “het bezetten van een universiteitsgebouw is een belangrijk en legitiem onderdeel van het reguliere repertoire van studentenprotest.” Men had mij 35 jaar geleden niet bozer kunnen maken, en tegelijkertijd niet beter de vinger op de zere plek kunnen leggen. De flowerpowerachtige eisen van de bezetters van het Bungehuis passen natuurlijk goed in dit plaatje.

Toch heb ik deze week wel wat nieuws geleerd, namelijk dit: het echte ding is niet de bezetting, noch de eerste reactie daarop van degene tegen wie de bezetters zich keren (het college van bestuur). Het echte ding is de reactie van al die anderen. Van het faculteitsbestuur dat in een bericht aan ons allen het woord “dienstopdracht” gebruikt tot collega’s die zich vervolgens bewust verzetten tegen deze opdracht, van collega’s inclusief bestuurders in onze organisatie die in diverse petities de bezetting ondersteunen, tot collega’s inclusief bestuurders die zich ertegen verzetten. Dat alles uiteraard met veel belangstelling van de nationale pers onder het in mijn vorige bijdrage besproken motto dat zelfs een los zittende steen op de Dam het NOS-journaal al haalt. Mag ik daarom concluderen dat er al met al nu toch voor de bestuurder een tamelijk explosieve cocktail is ontstaan? Of is de geest al uit de fles?

Met een hartelijke groet, Fred

images-3

 

Nieuwe ronde, nieuwe kansen

Hallo Fred,

Op 22 november postte jij het vorige blog – kan dat wel bij dit medium, zo’n pauze? Het heeft natuurlijk te maken met onze dagelijkse overdaad aan werkzaamheden, maar ook met andere dingen. Er waren twee redenen om even te wachten met nieuwe bestuursbespiegelingen, vond ik. De eerste was dat er taak- en werkgroepen in gang waren gezet om hun licht te laten schijnen over de opgave tot zeer forse bezuinigingen. De tweede was jouw trio van adviezen aan bestuurlijke gremia: eis als bestuur geen monopolie op het bedenken van maatregelen op, zet geen onnodige hindernissen voor opinievorming neer en houd afstand tot de materie. Nu, begin februari – ooit de tijd dat men nog kon hopen op een onvervalste Elfstedentocht – hoe staan we er bestuursmatig voor: gaat het echt vriezen?

Roulette?

Eerlijk gezegd: toen we het kerstreces ingingen had ik eerder associaties met een ander tijdverdrijf dan schaatsen: roulette (tijdverdrijf en geen sport, toch?). Niet de Russische variant uit die Vietnamfilm (Christopher Walken in The Deer Hunter), maar de casinovariant waarin nieuwe ronde, nieuwe kansen geen echte kansen zijn.

 

 

Krijgen we kansen? Heeft ons bestuur geleerd van jouw adviezen? Gedeeltelijk, denk ik. Iedereen kon zich de afgelopen tijd laten horen, in de diverse praatgroepen en via de mogelijkheid om hartekreten te posten, en het bestuur belooft dat er nog meer reactiegelegenheid komt. Prima. Verder is er een verstandige kapitein aangesteld – in uw persoon – om alles rond de taak- en werkgroepen een beetje in banen te leiden en dus afstand te creëren. Ook prima. En slim: de problematiek heeft natuurlijk veel kanten. Dus: maak flink wat groepen, dan kun je verderop zeggen: ‘we konden niet alles kiezen want niet alles is verenigbaar’ en ‘niet alles is al rijp’. Dat is heel begrijpelijk, maar moet ons ook waakzaam maken – indachtig jouw conclusie: na zoveel reuring bij de eerste ronde heb je het bij de tweede gemakkelijker. Daarom een nieuwe categorie voor ons lijstje beleidstermen: zinnen. Deze zet ik er als eerste op, over de door het bestuur in de Houtskoolschets niet genoemde aanbevelingen uit de adviezen. Dat betekent niet dat ze door het DB worden verworpen, noch dat ze worden overgenomen, maar dat deze onderdelen geen plek hebben gekregen in de uitgangspunten in deze notitie. (p. 2)

Tot nu toe doen de bestuurders het behoorlijk goed, dus. Maar er zijn ook minder gelukkige zaken. De tijdsdruk. Daar konden we zelf misschien niet zo veel aan doen, maar het CvB toch eigenlijk wel! Vraag even aan een faculteit om zichzelf opnieuw te profileren, binnen anderhalve maand graag! Niet voor niets wordt in de adviezen steeds aangedrongen op bezonnen besluitvorming, ontwerp en doorvoering.

Ronduit ongelukkig en hardleers vond ik het voornemen om de Houtskoolschets vertrouwelijk in allerlei raden te laten bediscussiëren. Dat was opnieuw de gemeenschap buitenspel zetten en valt onder jouw categorie 2: onnodige hindernissen opwerpen, die contraproductief werken. Lekken was het gevolg, zodat we nu allemaal op de hoogte zijn. Nieuwe ronde, nieuwe kansen.

Dat geldt ook voor de inhoud, want de adviezen en de schets bieden zinnige aanknopingspunten. Ik zie bijvoorbeeld kansen in de indeling in expertisegebieden en domeinen en in het systematisch researchintensieve onderwijs. Dit sluit overigens aan bij wat we al doen. Een paar mooie termen trouwens ook voor ons lijstje: buffetmodel, 21st century skills. De zorgen zijn geenszins verdwenen, zoals de dreiging dat vakgebieden die het in onderzoek goed doen uit het onderwijsaanbod wegvallen. En één punt blijft diep treurig: namen we enkele jaren geleden mensen aan om onderzoek en onderwijs te vernieuwen, nu moeten we ze weer ontslaan.

Let’s play darts!

 

 

In een analyse van het dartsspel – vaste prik rond de feestdagen – las ik dat darts voor geoefende spelers geen roulette is. Als je de werptechniek beheerst, kunt hoofdrekenen en rustig blijft, kun je ver komen. Dat de Nederlanders het de laatste jaren zo goed doen in dit internationale veld, komt omdat ze zich op deze drie elementen geconcentreerd hebben. Laten we er ons voordeel mee doen.

Hartelijke groet,

Lia