Hallo Lia,
Nog nooit eerder heb ik het zo laat in het academisch jaar zo druk gehad. Inderdaad, te druk om zelfs maar te reageren op je vorige blog, nu al van een paar maanden geleden. Was het tijdens de opstand van dit jaar niet een refrein dat de werkdruk steeds verder toeneemt? Als ik vrienden en familie probeer uit te leggen wat er aan de hand is, verwijs ik naar onze krankzinnige ‘governance’. De hoeveelheid werkgroepen, directeuren, bestuurders en procedures waarmee ik als afdelingsvoorzitter te maken heb, wekt steevast medelijden. Maar ook herkenning: bij hen lijkt, een beetje tot mijn verbazing, de wereld al niet minder krankzinnig te zijn dan bij ons.
Op de (zoals je inmiddels zult begrijpen: spaarzame) momenten dat ik in alle drukte even afstand kan nemen, gaan mijn gedachten naar mijn overleden moeder, die mij regelmatig meldde dat naarmate ze ouder werd de jaren korter werden en ze het steeds drukker kreeg (“gek, he?” voegde ze hieraan toe als ik niet direct begrip toonde). Wat moeten we hieruit concluderen? Dat het over de generaties heen steeds doller wordt en we hyperbolisch op het einde afkoersen? Of is dit een kwestie van het type ‘je wordt ouder, papa’?
Aan het laatste effect moest ik deze week denken toen ik een uitnodiging kreeg voor een symposium ter gelegenheid van het emeritaat van een collega uit Heerlen. Op dat symposium spreken vijf zestigplussers over het moedertaalonderwijs. En laat ik het voorzichtig zeggen: afgaande op de samenvattingen is er niet veel reden om vrolijk te worden over de stand van zaken. Als ik straks in september afreis naar Heerlen doe ik er in ieder geval goed aan om de mee te voeren hoeveelheid antidepressiva te controleren. “In het onderwijs gaat het niet goed, en met de moedertaal is het al evenzeer misère” zegt de een. “De normen verbonden aan een – per definitie elitaire – cultuurtaal worden door velen niet langer aanvaard […].” betoogt de ander. Zou zo’n toonzetting ook bij frisse dertigers mogelijk zijn? Opvallend genoeg is de samenvatting van de enige vrouwelijke spreker, hoewel ook ruim over de zestig, direct een paar graden minder eschatologisch. Ja, niet alleen leeftijd speelt hier een rol maar ook gender (Fred goes gender studies). De kruisclassificatie ‘oud’ en ‘man’ is het ergste wat je in dezen kan overkomen.
‘En?’ hoor ik jou al vragen ‘hoe ga je voorkomen dat jij straks in deze val loopt, gesteld dat je de zestig al haalt?’. Daar heb ik iets op gevonden. Ik heb als Wagneriaan mijn eigen tarnhelm, die ik in de jaren negentig heb gekregen van een zeer talentvolle letterkundige die buschauffeuse was geworden. Ik was op de fiets, zij zat achter het stuur van lijn 5, remde af midden op een druk kruispunt, draaide het raampje naar beneden en reikte mij lachend een fel rood actiepetje aan van de FNV met daarop de tekst: Druk de werkdruk. Vooralsnog draag ik dit sindsdien alleen bij zaterdagse klussen, maar ik heb dus wat achter de hand.
Met een hartelijke groet, fred