Oudemannenpraat?

sr.bank

Hallo Lia,

Nog nooit eerder heb ik het zo laat in het academisch jaar zo druk gehad. Inderdaad, te druk om zelfs maar te reageren op je vorige blog, nu al van een paar maanden geleden. Was het tijdens de opstand van dit jaar niet een refrein dat de werkdruk steeds verder toeneemt? Als ik vrienden en familie probeer uit te leggen wat er aan de hand is, verwijs ik naar onze krankzinnige ‘governance’. De hoeveelheid werkgroepen, directeuren, bestuurders en procedures waarmee ik als afdelingsvoorzitter te maken heb, wekt steevast medelijden. Maar ook herkenning: bij hen lijkt, een beetje tot mijn verbazing, de wereld al niet minder krankzinnig te zijn dan bij ons.

Op de (zoals je inmiddels zult begrijpen: spaarzame) momenten dat ik in alle drukte even afstand kan nemen, gaan mijn gedachten naar mijn overleden moeder, die mij regelmatig meldde dat naarmate ze ouder werd de jaren korter werden en ze het steeds drukker kreeg (“gek, he?” voegde ze hieraan toe als ik niet direct begrip toonde). Wat moeten we hieruit concluderen? Dat het over de generaties heen steeds doller wordt en we hyperbolisch op het einde afkoersen? Of is dit een kwestie van het type ‘je wordt ouder, papa’?

Aan het laatste effect moest ik deze week denken toen ik een uitnodiging kreeg voor een symposium ter gelegenheid van het emeritaat van een collega uit Heerlen. Op dat symposium spreken vijf zestigplussers over het moedertaalonderwijs. En laat ik het voorzichtig zeggen: afgaande op de samenvattingen is er niet veel reden om vrolijk te worden over de stand van zaken. Als ik straks in september afreis naar Heerlen doe ik er in ieder geval goed aan om de mee te voeren hoeveelheid antidepressiva te controleren. “In het onderwijs gaat het niet goed, en met de moedertaal is het al evenzeer misère” zegt de een. “De normen verbonden aan een – per definitie elitaire – cultuurtaal worden door velen niet langer aanvaard […].” betoogt de ander. Zou zo’n toonzetting ook bij frisse dertigers mogelijk zijn? Opvallend genoeg is de samenvatting van de enige vrouwelijke spreker, hoewel ook ruim over de zestig, direct een paar graden minder eschatologisch. Ja, niet alleen leeftijd speelt hier een rol maar ook gender (Fred goes gender studies). De kruisclassificatie ‘oud’ en ‘man’ is het ergste wat je in dezen kan overkomen.

‘En?’ hoor ik jou al vragen ‘hoe ga je voorkomen dat jij straks in deze val loopt, gesteld dat je de zestig al haalt?’. Daar heb ik iets op gevonden. Ik heb als Wagneriaan mijn eigen tarnhelm, die ik in de jaren negentig heb gekregen van een zeer talentvolle letterkundige die buschauffeuse was geworden. Ik was op de fiets, zij zat achter het stuur van lijn 5, remde af midden op een druk kruispunt, draaide het raampje naar beneden en reikte mij lachend een fel rood actiepetje aan van de FNV met daarop de tekst: Druk de werkdruk. Vooralsnog draag ik dit sindsdien alleen bij zaterdagse klussen, maar ik heb dus wat achter de hand.

Met een hartelijke groet, fred

DSCN0623

 

 

Terug bij af?

Hallo Fred,

Experience the UvA! Goed idee, maar jouw weekje is wat veel, laten we klein beginnen: excursies van 1 dag, want groepen ontsporen na een paar dagen. U kunt kiezen uit The Bungehuis Experience of The Maagdenhuis Experience of beide. De organisatie draagt geen verantwoordelijkheid voor verzwikte enkels of emotionele shocks. Ook de kosten van medische behandelingen kunnen niet op de UvA verhaald worden. Als extraatje bieden wij u de NS Experience! Wie Amsterdam het snelst bereikt, ontvangt gratis de UvA dvd met exclusieve beelden en interviews (winkelwaarde 15 euro). Uw in- en uitchecktijden op de stations worden geverifieerd en een waterdichte berekening van relatieve reistijd is gegarandeerd door UvA-statistici. Over de uitslag wordt niet gecorrespondeerd.

Als we met de NS een mooie deal sluiten, stroomt het geld binnen. Alles opgelost en het CvB mag blijven, mits (jaaaaa) het toezegt dat voor de financieringsknelpunten samen met de andere universiteiten en Den Haag naar hard-geld-oplossingen wordt gezocht. Als een van die drie deze voorwaarde weigert, nemen we – en nu allemaal – de vloer over en geven we tegen toegangsprijs voor iedereen colleges uit onze curricula, in de geest van DNU. Thema’s te over: de val van Arturs rijk; de erfenis van Lech Waleza’s Solidariteitsbeweging; de invloed van statistische methoden op conclusies over het taallerend vermogen van babies; de invloed van Frank Arions linguïstisch werk op zijn roman Dubbelspel. Elk thema wordt gekoppeld aan wetenschapsfilosofische theorieën, bijvoorbeeld het onderscheid tussen ‘harde’ en ‘zachte’ gebieden. De inkomsten gaan in een DNU fonds en zijn voor de docenten, met een extra uitkering aan flexwerkers.

Is dit het? Ik denk van niet. Want hoe garanderen we de kwaliteit van dit onderwijs? Niet dat de DNU idealen geen kwaliteit zouden hebben, maar we hebben nog geen evidence over de effecten.

Monopoly

monopoly nationalebeeldbank_2007-1-49230-2_start-monopoly

Foto Leo de Kort, bron

Wat dan? Het lijkt wel op het oude Monopolyspel (uit 1935 – mag die eeuw blijven in ons aanbod?). Met de Kalverstraat en de Leidschestraat in je portefeuille had je goede kansen. Je kon er alleen tegenop met een batterij straten vol hotels of je kon het een tijdje uitzingen met de stations en de Nutsbedrijven. Voor de losers was het passagegeld bij Start een schrale troost en als je helemaal niks kreeg door de beruchte Kanskaart Ga direct naar de gevangenis. Ga niet door <> u ontvangt geen f 20.000 (in de 1985 variant) was je definitief kansloos. Maar ook de rich moesten risico’s nemen: f 40.000 kostte de Kalverstraat 30 jaar geleden, doe dat nu maal 10 en je weet: rekenen op vastgoed is een gok die kan eindigen in terug bij af.

Terug naar de Middeleeuwen

Ik benijd het CvB niet, maar van mij mogen ze nog blijven, ondanks die ontruiming vorige week. Ik zie namelijk een nieuw bestuur niet scoren in Den Haag – daar zal gezegd worden: laat eerst maar zien wat je kunt voor je bij ons komt. We hebben een patstelling, want het huidige CvB – en ook ons Faculteitsbestuur – lijkt zich veilig te willen stellen in de loopgraaf dat men heus bezuinigt. Maar ten koste van wat? Over de rug van flexwerkers die met hun structurele takenpakket allang een vaste baan hadden moeten hebben. Over de rug van goed onderwijs want de ‘vasten’ moeten het gat vullen en zullen uitgeput raken – en hebben ze wel voldoende expertise? En uiteindelijk ten koste van studenteninstroom, want ga jij daar studeren – behalve als je van dat Experience the UvA! genoten hebt?

Als we de besturen tot koerswijziging willen brengen, moeten we een ander bordspel nemen: schaak. Laat Guy Geltner en Louise Gunning spelen en doe het zoals Otto van Brandenburg: overleg over strategische keuzes. En verleid haar tot ons kamp! Nuttig, die middeleeuwen.

Schaak Otto Brandenburg 541321447
bron

Hartelijke groet,
Lia

The Bungehuis Experience

Rendementsdenken

Hallo Lia,

Soms betrap ik mezelf erop dat ik nog niet voldoende Ge-UvA-ReThinkt ben en heb ik er een ontzettende behoefte aan om even lekker neoliberaal te rendementsdenken. Zou dat slecht zijn? Is er nog hoop voor mij? Ik denk dan: we zijn nu een week of zes onderweg met acties, maar ehhhh: die bezuinigingen staan er gewoon nog steeds. Moeten we niet toch iets verzinnen dat “inkomsten genereert”. Natuurlijk, zodra zulke woorden zich opdringen kan ik mezelf wel voor het hoofd slaan. Dus snel probeer ik tenminste ook te denken aan de grote verdiensten van de afgelopen weken. Dat woord “verdiensten” is dan weer erg ongelukkig gekozen, maar je weet wat ik bedoel. En verdomd, ik geloof dat ik nu iets heb dat zowel gebruik maakt van wat we de afgelopen weken geleerd hebben (dat klink al beter, hè) en mijn neoliberale neigingen. Het zou de extremen in onze faculteit kunnen aanspreken en daarom verzoenend kunnen werken: wij ontwikkelen The Bungehuis Experience!

Vroeger al viel mij op hoe toeristen in de Spuistraat zich gretig langs krakersrelicten lieten rondleiden. Tegenwoordig zie ik allerlei voorbijgangers ook nieuwsgierig kijken en wijzen naar het Bungehuis. Zie daar de formule in een notendop: wij bieden tegen forse betaling de mogelijkheid aan om een echte “Dutch bezetting” mee te maken! Ook te boeken als bedrijfsuitje. Want wat is er beter voor de teambuilding dan een weekje het Bungehuis bezet te houden, inclusief een heuse ontruiming door de ME op de laatste cursusdag? Die ME kunnen we weer rekruteren uit andere gegadigden die altijd al met moeite en tot schade van hun geestelijke gezondheid hun rechtse gevoel onderdrukken en graag bereid zijn daarvoor een passend bedrag te betalen. Even mogen zij zich laten gaan (ook financieel).

Elke bezetter garanderen we een spannende week. Je slaapt weinig, maar leert des te meer, zoals communiceren (inclusief armgebaren) in de “general assemblee”, vrolijke banieren vervaardigen en ophangen (ook vanaf enge plekken – overwin je hoogtevrees!). Je maakt discussies mee over “Demokratie” en de filosoof van de week, onder leiding van een echte linkse Duitse hoogleraar. Iedereen volgt ook enkele colleges in een aaibare kleine taal naar keuze; een traktatie door een zich solidair verklarende hoogleraar met fruitmand is daarbij altijd inbegrepen. Het basispakket is uit te breiden met diverse extra’s, uiteraard tegen meerkosten. Zo kun je je op de dag voor de ontruiming laten opsluiten in de liftschacht. Spannend of je ontdekt zal worden! Ook kun je boeken voor toiletmolesteren, babylabblokkeren etc.

images-4

Behalve de inkomsten van de klanten die bezetters dan wel de ME’ers zijn, zit er, zoals je gezien zult hebben, ook direct werk aan vast voor diverse collega’s van ons. Daar snijdt het mes nu eens echt aan twee kanten. Wel weer jammer dat wij van Neerlandistiek ons niet zo hebben gemanifesteerd tijdens de bezetting, zodat er voor ons niet direct zo’n taak in het verschiet ligt. Domdomdom. Aan de andere kant lijkt me het niet minder dan redelijk dat wij per klant 20% beuren. Wij hebben het bedacht, tenslotte. Dat is nu echt rendementsdenken.

Met een hartelijke groet, fred

 

Oemoemenoe

Hallo Lia,

Bovenstaande frase (Zeeuws voor: hoe moet het nu in godsnaam verder) leerde ik van Arie Sturm, jou vermoedelijk ook nog wel bekend van je studie Nederlands in Utrecht. Stel, je bent lid van het College van Bestuur van de UvA en je overziet het slagveld: de ontruiming van het Bungehuis heeft alleen maar geleid tot meer escalatie, je hoofdgebouw is bezet, de nationale pers keert zich tegen je voorzitter (met hier en daar lelijke gendertrekjes), de opstand slaat over van studenten naar docenten van wie niet alleen de have-nots maar ook de geprivilegieerde haves zich in de nationale pers achter de eisen stellen, van FGw naar nagenoeg alle faculteiten. Het hele land bemoeit zich ermee tot en met de minister. Dan heb je toch wel recht om vertwijfeld uit te roepen: oemoemenoe? Laten we even meedenken met het college (à raison van het salaris van een interimmanager, uiteraard).

LousieGunning

De toiletten op het Maagdenhuis worden steeds smeriger, de dagen lengen, de lente komt, de studenten worden het zat en willen naar buiten, Henk en Ingrid maken van de PVV de grootste partij van Nederland zodat de nationaler pers straks hele andere zorgen aan het hoofd heeft. Zou je daarom gewoon kunnen wachten tot de storm op de UvA overwaait? Iets zegt me dat dit scenario niet zal werken. Het is al te ver en te groot, denk ik. Bij alle grotere en kleinere zaken die op je CvB-agenda staan (bezuinigen bij FGw, straks ook Rechten en FMG, samenwerking met de VU, een nieuw allocatiemodel) zal het gedoe weer terugkomen. Als je het vuur op de ene plek dooft, komt het op een andere plek weer terug.

Om dezelfde reden denk ik dat het niet werkt om met wat min of meer kleine toezeggingen te komen. Neen, je moet met iets komen dat de andere partij bij wijze van spreken versteld doet staan. Ik zou zeggen: je meldt gewoon dat je wilt aftreden. Laat ze het maar allemaal uitzoeken. Maar de Raad van toezicht vraagt je dringend om als een ad interim-college aan te blijven dat een nieuwe bestuursstuctuur voorbereidt binnen pakweg anderhalf jaar. Tenslotte moet de UvA ondertussen wel bestuurd worden. En laten we wel wezen, dit is in de praktijk minder dramatisch dan het lijkt, want binnen anderhalf jaar zou, als ik de krant goed begrijp, zowel de rector als de voorzitter toch al opgestapt zijn. Sterker, de termijn van de rector loopt deze zomer al af. We zouden dus over een klein half jaar al onze eerste rectorsverkiezing kunnen houden. Als ze bij de KNAW een voorbeeldige presidente kunnen kiezen, waarom zouden wij dat dan niet kunnen doen?

Met een hartelijke groet, fred

Elitedictatuur

Hallo Fred,

Stormachtige tijden! Jazeker, ik was erbij toen in Utrecht, maar slechts als toeschouwer. Met die leus die zo lekker scandeert (Twééfásenstructúúr, élítedictátúúr) trokken de studenten over het Janskerkhof richting Academiegebouw, het eerbiedwaardige equivalent van de Amsterdamse Lutherse kerk. Ik kende verschillende mensen in die optocht, maar op hun aansporingen om mee te doen aan het protest ben ik niet ingegaan. Ik vond het maar niks eigenlijk, die claim op onbeperkte studietijd. Naar mijn smaak waren er veel te veel mensen voor wie studeren een synoniem was van lanterfanten. Dat was me bar tegengevallen bij Nederlands: veel leuke mensen, maar slechts een handjevol met de fanatieke interesse die ik zelf had en die ik automatisch ook verwacht had bij de rest. En voor andere studies (ook bèta en gamma) was het al niet veel beter. Van mij mocht er dus wel een limiet gesteld worden.

Kwaliteit is tijd plus deskundigheid
Pas later zag ik dat tijd weghalen ook kwaliteit weghalen is. Elke gemiddelde student heeft tijd nodig om de stap te maken naar een nieuw bestaan, plus tijd om de inhoud van zijn opleiding zo te internaliseren dat er niveau bereikt wordt. Die beloofde tweede fase is er geloof ik nooit gekomen en de Tweefasenstructuur sneuvelde, maar daarna werd het nog erger. Want toen kwam BAMA – inhoudelijk een prima idee om vakgebieden beter samen te laten werken en internationalisering meer kans te geven, maar als stelsel gewoon de volgende bezuiniging. BAMA is aan de Nederlandse universiteiten nog steeds een uiterst bekrompen uitvoering van het Amerikaanse voorbeeldstelsel. Parallel aan dit alles: bezuiniging op vermeend vermolmde vakgebieden. Behalve op tijd heeft elke student recht op deskundige opleiders die weten waar ze het over hebben, lees voor onze omgeving: opleiders die door hun onderzoek gevoed zijn.

GettyImages_464463122 studentenprotest 250215

bron

De Nieuwe Universiteit
Afgelopen week groeide mijn sympathie voor de bezetters van het Bungehuis en het Maagdenhuis, vanwege hun aanhoudend beroep op kwaliteit. ‘Competente rebellen’, staat op een van hun spandoeken. Ze protesteren terecht tegen managerssommetjes die het studiepakket bepalen en tegen elitaire instituties die denken dat ze eigenlijk wel gewoon voort kunnen gaan op de ingeslagen weg nadat ze die lastpakken een beetje aandacht gegeven hebben. Maar ze dwingen ons tot bezinning. Er is teveel gebeurd om te berusten in de situatie, vanaf het niet serieus met de gemeenschap praten over de plannen met de VU tot en met het terugschroeven van de studiepuntenopbrengst voor de onderwijsintensieve faculteiten. De studenten hebben de discussie daar gekregen waar die zijn moet: bij het rendementsdenken en bij de Haagse politieke keuzes. Intussen hebben ze zelf ook elitaire trekjes – tenminste die groep die meent dat democratie hetzelfde is als helemaal je eigen gang mogen gaan en die dus nergens mee instemt – maar juist die wat hautaine, onafhankelijke houding maakt misschien ook wel weer het verschil tussen volgzaam en volhardend.

Regenten
En hoe elitair zijn wij, vijfendertig jaar later zelf de regenten? Profiel 2016 werpt zijn schaduw ver vooruit – overal is zenuwachtigheid over mogelijkheden en onmogelijkheden en overal heerst wantrouwen. Wie tot het tijdelijk personeel behoort, staat eigenlijk al buiten. Zijn we nog bereid tot verzet en tot hoever. Gaan wij het PCH bezetten, slapen tussen de boekenkasten, zonder verwarming in het weekend? Gelukkig is er voor het tijdelijk personeel een actiegroep opgericht en gelukkig heeft het CvB vandaag bekend gemaakt dat er extra middelen komen voor Geesteswetenschappen. Voor even is de aanslag op kwaliteit een beetje afgewend. Maar we zijn er nog lang niet: ook bij onze eigen opleiding staan onderdelen onder druk en ook wij hebben tijdelijk personeel dat de taken van vast personeel vervult. Wij zullen heel goed moeten kijken welke route we kiezen om onze kwaliteit te behouden en daarmee het klimaat om kritische en competente regenten af te leveren.

Hartelijke groet,
Lia

Geest uit de fles?

 

Hallo Lia,

Als er een bezetting plaatsvindt, moet ik altijd denken aan die keer dat ik zelf als student meedeed aan de bezetting van het Academiegebouw in Utrecht eind jaren ’70. Was jij daar toen eigenlijk ook bij? We waren tegen de door de vermaledijde Pais (VVD) voorgestelde Tweefasenstructuur, die o.a. de programmaduur van studies met minstens een jaar terugbracht. Onze actie heeft niet geholpen. Hoewel… in 2002 verdween de Tweefasenstructuur weer. Als je maar geduld hebt, krijg je wel eens een keer gelijk.

Laat ik het zo zeggen: ik ben toen niet minder cynisch geworden over de ‘harde actie’. Eerlijk gezegd schaamde ik me in die tijd ook een beetje. Wij stonden in de schaduw van de generatie van de jaren zestig met zijn legendarische Maagdenhuisbezetting. Het hielp ook al niet dat we in Utrecht in plaats van in Amsterdam zaten. Maar het moeizaamst vond ik dat we niets nieuws wisten te verzinnen. Een bezetting. Ik zag mijn omgeving al gapen. Nu, ruim 35 jaar later, zie ik in een brief van collega’s die nu de bezetting van het Bungehuis ondersteunen deze zin staan: “het bezetten van een universiteitsgebouw is een belangrijk en legitiem onderdeel van het reguliere repertoire van studentenprotest.” Men had mij 35 jaar geleden niet bozer kunnen maken, en tegelijkertijd niet beter de vinger op de zere plek kunnen leggen. De flowerpowerachtige eisen van de bezetters van het Bungehuis passen natuurlijk goed in dit plaatje.

Toch heb ik deze week wel wat nieuws geleerd, namelijk dit: het echte ding is niet de bezetting, noch de eerste reactie daarop van degene tegen wie de bezetters zich keren (het college van bestuur). Het echte ding is de reactie van al die anderen. Van het faculteitsbestuur dat in een bericht aan ons allen het woord “dienstopdracht” gebruikt tot collega’s die zich vervolgens bewust verzetten tegen deze opdracht, van collega’s inclusief bestuurders in onze organisatie die in diverse petities de bezetting ondersteunen, tot collega’s inclusief bestuurders die zich ertegen verzetten. Dat alles uiteraard met veel belangstelling van de nationale pers onder het in mijn vorige bijdrage besproken motto dat zelfs een los zittende steen op de Dam het NOS-journaal al haalt. Mag ik daarom concluderen dat er al met al nu toch voor de bestuurder een tamelijk explosieve cocktail is ontstaan? Of is de geest al uit de fles?

Met een hartelijke groet, Fred

images-3

 

Nieuwe ronde, nieuwe kansen

Hallo Fred,

Op 22 november postte jij het vorige blog – kan dat wel bij dit medium, zo’n pauze? Het heeft natuurlijk te maken met onze dagelijkse overdaad aan werkzaamheden, maar ook met andere dingen. Er waren twee redenen om even te wachten met nieuwe bestuursbespiegelingen, vond ik. De eerste was dat er taak- en werkgroepen in gang waren gezet om hun licht te laten schijnen over de opgave tot zeer forse bezuinigingen. De tweede was jouw trio van adviezen aan bestuurlijke gremia: eis als bestuur geen monopolie op het bedenken van maatregelen op, zet geen onnodige hindernissen voor opinievorming neer en houd afstand tot de materie. Nu, begin februari – ooit de tijd dat men nog kon hopen op een onvervalste Elfstedentocht – hoe staan we er bestuursmatig voor: gaat het echt vriezen?

Roulette?

Eerlijk gezegd: toen we het kerstreces ingingen had ik eerder associaties met een ander tijdverdrijf dan schaatsen: roulette (tijdverdrijf en geen sport, toch?). Niet de Russische variant uit die Vietnamfilm (Christopher Walken in The Deer Hunter), maar de casinovariant waarin nieuwe ronde, nieuwe kansen geen echte kansen zijn.

 

 

Krijgen we kansen? Heeft ons bestuur geleerd van jouw adviezen? Gedeeltelijk, denk ik. Iedereen kon zich de afgelopen tijd laten horen, in de diverse praatgroepen en via de mogelijkheid om hartekreten te posten, en het bestuur belooft dat er nog meer reactiegelegenheid komt. Prima. Verder is er een verstandige kapitein aangesteld – in uw persoon – om alles rond de taak- en werkgroepen een beetje in banen te leiden en dus afstand te creëren. Ook prima. En slim: de problematiek heeft natuurlijk veel kanten. Dus: maak flink wat groepen, dan kun je verderop zeggen: ‘we konden niet alles kiezen want niet alles is verenigbaar’ en ‘niet alles is al rijp’. Dat is heel begrijpelijk, maar moet ons ook waakzaam maken – indachtig jouw conclusie: na zoveel reuring bij de eerste ronde heb je het bij de tweede gemakkelijker. Daarom een nieuwe categorie voor ons lijstje beleidstermen: zinnen. Deze zet ik er als eerste op, over de door het bestuur in de Houtskoolschets niet genoemde aanbevelingen uit de adviezen. Dat betekent niet dat ze door het DB worden verworpen, noch dat ze worden overgenomen, maar dat deze onderdelen geen plek hebben gekregen in de uitgangspunten in deze notitie. (p. 2)

Tot nu toe doen de bestuurders het behoorlijk goed, dus. Maar er zijn ook minder gelukkige zaken. De tijdsdruk. Daar konden we zelf misschien niet zo veel aan doen, maar het CvB toch eigenlijk wel! Vraag even aan een faculteit om zichzelf opnieuw te profileren, binnen anderhalve maand graag! Niet voor niets wordt in de adviezen steeds aangedrongen op bezonnen besluitvorming, ontwerp en doorvoering.

Ronduit ongelukkig en hardleers vond ik het voornemen om de Houtskoolschets vertrouwelijk in allerlei raden te laten bediscussiëren. Dat was opnieuw de gemeenschap buitenspel zetten en valt onder jouw categorie 2: onnodige hindernissen opwerpen, die contraproductief werken. Lekken was het gevolg, zodat we nu allemaal op de hoogte zijn. Nieuwe ronde, nieuwe kansen.

Dat geldt ook voor de inhoud, want de adviezen en de schets bieden zinnige aanknopingspunten. Ik zie bijvoorbeeld kansen in de indeling in expertisegebieden en domeinen en in het systematisch researchintensieve onderwijs. Dit sluit overigens aan bij wat we al doen. Een paar mooie termen trouwens ook voor ons lijstje: buffetmodel, 21st century skills. De zorgen zijn geenszins verdwenen, zoals de dreiging dat vakgebieden die het in onderzoek goed doen uit het onderwijsaanbod wegvallen. En één punt blijft diep treurig: namen we enkele jaren geleden mensen aan om onderzoek en onderwijs te vernieuwen, nu moeten we ze weer ontslaan.

Let’s play darts!

 

 

In een analyse van het dartsspel – vaste prik rond de feestdagen – las ik dat darts voor geoefende spelers geen roulette is. Als je de werptechniek beheerst, kunt hoofdrekenen en rustig blijft, kun je ver komen. Dat de Nederlanders het de laatste jaren zo goed doen in dit internationale veld, komt omdat ze zich op deze drie elementen geconcentreerd hebben. Laten we er ons voordeel mee doen.

Hartelijke groet,

Lia

De beste stuurlui

dyn010_original_500_332_pjpeg_2574466_9f8a21730638e94082a445f644ca4031

Hallo Lia,

De kapitein van de Concordia had een heel eigen interpretatie van het spreekwoord ‘de beste stuurlui staan aan wal’ toen hij op 13 januari 2012 als een van de eersten van boord ging nadat het schip door zijn toedoen kapseisde. De woede in sommige hoeken van onze faculteit liep de afgelopen twee weken zo hoog op dat het leek op een oproep aan ons bestuur om deze kapitein na te volgen. Maar de ontwikkelingen gaan snel. Het faculteitsbestuur heeft afgelopen vrijdag alweer afstand genomen van dat wat de grootste steen des aanstoots was (heerlijk: weer eens een versteende genitief, ‘een aanstoot des steens’ zou Robben misschien zeggen). Nu nog ingaan op die plannen is dus mosterd naar de maaltijd. Bovendien ken je mijn commentaar al  (commentaar op profiel 2016 nrl).

Nee, ik wilde, de doelstelling van dit weblog getrouw, nagaan of wij hier als amateurbestuurders aan de wal wat van kunnen leren. Zou het mogelijk zijn geweest om grote bezuinigen in onze faculteit aan te kondigen zonder commotie te veroorzaken die ons tot in het nationale nieuws brengt? Ik denk het eerlijk gezegd niet. Misschien kan zoiets in Groningen, Tilburg, Leiden, Nijmegen en Utrecht, maar niet in Amsterdam, waar bij wijze van spreken een los zittende steen op de Dam het NOS-journaal al haalt. Niettemin valt van het wedervaren van onze stuurlieden in het Bungehuis toch wat te leren. Drie lessen, dacht ik zo:

Ten eerste, zeg als bestuur nooit aan het begin van een discussie dat er alleen gesproken mag worden over de mogelijkheden die jíj voorstelt. Het werkt als een rode lap op een stier. Het is ook onnodig. Immers, je hoeft je als bestuur niet zorgen te maken dat er niet gereageerd zal worden op wat je zegt. Je bepaalt automatisch de agenda. Bovendien, waarom zou je van tevoren uitsluiten dat er in de reacties bruikbare andere voorstellen gedaan worden? Kijk, dat je na een tijdje tot besluiten moet komen, en dat je daarom op een gegeven moment niet meer alle ballen in de lucht zal kunnen houden, zal geen redelijk mens betwisten.

Ten tweede, creëer niet onnodig omstandigheden die een rationele discussie over je plannen bij voorbaat torpederen. Al ruim voor het bestuur met zijn plannen kwam, was er immers een andere kwestie die de gemoederen hoog deed oplopen. Het onderwijs voor het komende jaar moest worden “gerationaliseerd”. Een operatie die, zo schat ik in, veel meer leed en lawaai oplevert dan feitelijk resultaten, maar ondertussen ertoe geleid heeft dat iedereen de hakken in het zand zet.

Ten derde, houd als bestuur afstand tussen jouw standpunt en de ideeënvorming. Dat het voor bestuurders verleidelijk is om een eerste versie te schrijven van een reorganisatieplan is te begrijpen. Maar het probleem is dat daarmee dat eerste plan ook direct jouw standpunt is en de boosheid op het plan boosheid op jou is. Voor je het weet is het commentaar op je plan een bestuurscrisis. Alternatief: je laat je adviseren door een deskundige werkgroep, brengt het advies in de faculteit, hoort de reacties aan en beraadt je op je standpunt. Tja, dat je de commissie-Van Gemert uiteindelijk niet in alle opzichten volgt, zat er van tevoren al in. Geen kwaad woord over Van Gemert, hoor, een eminent geleerde, je kent niemand die deskundiger is over Maurits, het Sinterklaasjournaal etc., maar gezien de reacties in de faculteit moet je toch een beetje afstand nemen.

Drie lessen. Maar de beste stuurlui staan en wal. En wie zal het zeggen: straks blijken deze zogenaamde fouten van onze stuurlieden evenzovele briljante manoeuvres. Ik heb les gehad van een groot taalgeleerde wiens didactiek wij als studenten regelmatig aan de kaak stelden. Zijn reactie was steevast dat hij expres op zo’n belabberde wijze college gaf: het was een goeddoordachte methode om het beste uit de studenten te halen! Ook nu is zoiets voorstelbaar. Het faculteitsbestuur was juist uit op commotie, bijvoorbeeld om zoveel mogelijk tegenstand te mobiliseren tegen het College van Bestuur dat uiteindelijk verantwoordelijk is voor de verdeling van het geld! Of wat dacht je van deze, die ik gisteren hoorde van een collega: je zorgt ervoor dat de eerste keer flink de pleuris uitbreekt, zodat je daarna rustig je gang kunt gaan. Tenslotte zal uiteindelijk ook het NOS-journaal zijn aandacht verliezen als er elke dag een steen lost ligt op de Dam.

Met een hartelijke groet, fred

Basalt Lees verder

Zwartepieten

Hallo Fred,

Nee, zo’n Black Knight uit de Monty Python film die je bedoelde moeten de geesteswetenschappers vooral niet worden: jezelf gewond en wel aanbieden voor nog verdere verminking, dat is kiezen voor de ondergang van je eigenwaarde. Maar de vraag wat je dan wel moet doen als de zoveelste bezuiniging wordt aangekondigd, met ontslag voor collega’s, is niet de gemakkelijkste. Het faculteitsbestuur van de UvA Geesteswetenschappen legde deze week twee mogelijke varianten voor van een verbreed eerste jaar, waarin de kosten van het onderwijs gedrukt worden om het tweede en derde jaar overeind te kunnen houden. Hoe we ook verder gaan, een breed eerste jaar komt er, is de boodschap. Hmmm, gaat dat niet wat al te snel? Waarom nu alweer bezuinigen terwijl duidelijk is dat het algemene universitaire betaalmodel vooral rekening houdt met onderzoeksscores en te weinig met onderwijstaken? Kunnen onderwijsrijke faculteiten in zo’n model ooit op hun bestaansrecht rekenen?

Kijk jij het Sinterklaasjournaal? Ik zag elk jaar wel eens een flard, maar dit jaar kijk ik vaak, om de spanning tussen de postkoloniale protesten en het kinderplezier. De journaalmakers pakken het boeiend aan, met de humoristische verweving van de(r) grote(n) mensen issues en de(r) kleine(n) mensen verwachtingen. Opa Piet, die niet met pensioen wil en illegaal bezig is, terwijl zijn werkgever Sinterklaas zelf de leeftijdseis negeert; vrijwilligerspieten in opleiding, die dankzij de schoorsteen in de Goudse Pietenfabriek als ‘Piet de smeerpoets’ de negentiende-eeuwse verklaring voor hun huidskleur visualiseren; de bevrijding van de opgesloten Pieten – ook de nieuwe witte clowns – uit de fabriek; en niet te vergeten de oude Pieten, die eerst zichzelf buitenspel hebben gezet en, nu er een nieuw regiment is aangetreden, concluderen dat er voor hen geen plaats meer is in het grote Pietenhuis en mét de pakjesboot terug op weg zijn naar Spanje. De tijden van Ja zuster, nee zuster en De fabeltjeskrant herleven: groot en klein in spanning voor de buis (of een ander medium).

Schoorsteen Gouda 161114

De schoorsteen in Gouda, in het nieuwe opleidingscentrum voor zwarte pieten Bron

Dit in scène gezette Nederland in een notendop is intussen de keiharde werkelijkheid, zie de demonstraties anti en pro Piet tijdens de intocht van de Sint. Dit verpestte het feest, maar toch kun je je het wel voorstellen, die frustratie bij de anti-Pietbeweging: als jullie niet naar ons luisteren, pakken we jullie terug. Het is het resultaat van eindeloos niet gehoord worden en nooit verandering zien.

Maar waarom krijgen de anti-Pieten ondanks hun sociaal begrijpelijke boodschap toch niet veel sympathie? Het heeft te maken met hun omgang met slachtofferschap, denk ik. Een nabestaande van de MH17 ramp zei deze week: de slachtofferrol is een positie waarin je niet moet komen. Je krijgt dan genoegdoenertjes zoals een geregisseerde nationale herdenking, om protest over het uitblijven van een hardere opstelling tegenover Poetin te smoren.

Wat we eerst en vooral dus niet moeten doen is zelf gaan zwartepieten en als slachtoffers de vermeende schuld voor bezuinigingen bij anderen gaan leggen. We moeten andere stappen bij de bestuurders stimuleren, door op te komen voor eigenwaarde en onze sterke punten naar voren te schuiven. Dat geldt zowel voor het faculteitsbestuur als voor onszelf, als opleiding. Op de agenda staan in elk geval twee punten: de noodzakelijke herziening van het universitaire rekenmodel en een duidelijk antwoord op de vraag wat je de maatschappij brengt als je iets geesteswetenschappelijks, bijvoorbeeld Nederlands, gestudeerd hebt.

De Pietendiscussie geeft aan dat het antwoord op de laatste vraag niet zo moeilijk is, want de analyses van wat hier allemaal gebeurt komen uit de alfa- en gammawetenschappen en niet uit de bètawetenschappen. In het Sinterklaasjournaal daalt een witte Piet net zolang in een fabrieksschoorsteen in Gouda af tot hij er helemaal zwart uitkomt. Grote kans dat deze programmamaker een geesteswetenschapper is. Met een simpel beeld geeft hij de kern van de zaak weer: je hebt zelf invloed op je rol. We zijn aan zet.

Met hartelijke groet,

Lia

 

The Black Knight

Black Knight

Hallo Lia,

John Cleese was in Nederland met een voorstelling die bedoeld is om zijn alimentatie te financieren. Ik las ergens dat hij 23 miljoen bijeen hoopt te spelen en dat hij al aardig op koers ligt. Mijn gedachten gingen uit naar het tekort van onze faculteit, dat vergeleken met dit bedrag heel bescheiden lijkt. Ja, met John Cleese in onze gelederen zijn de financiële problemen van de geesteswetenschappen stukken overzichtelijker geworden. En zeg nu zelf, het werk van John Cleese en Monty Python misstaat in onze faculteit allerminst. Het is een primaire bron, als tegelijkertijd ook een commentaar op andere primaire bronnen. (Ik ben even vergeten hoe jullie dat als letterkundigen ook alweer noemen).

Eén van mijn favorieten van Monty Python heeft ook deze eigenschap: Monthy Python and the Holy Grail. Wie kan na het zien hiervan nog een Arthurroman lezen zonder aan deze film te denken? En behalve het commentaar op de Arthurliteratuur biedt deze film zelfs in zijn absurditeit aanknopingspunten om de wereld om ons heen te begrijpen. Neem de fameuze scène van de Black Knight. Je weet wel, dat is die scène waarin de Black Knight door Arthur stap voor stap gruwelijk in de pan wordt gehakt (ene arm eraf, andere arm, ene been, andere been, bloed spuit alle kanten op) terwijl de Black Knight onverminderd Arthur blijft uitdagen, suggererend dat hij nog lang niet is verslagen (kom op, lafaard!).

you tube: monty python and the black knight

Ik moest onweerstaanbaar denken aan deze scène toen ik onlangs het rapport las met de titel “Toekomstvisie voor de talen binnen de geesteswetenschappen in Nederland” (ter informatie Toekomstvisie geesteswetenschappen 30-06-2014-1). Wie de auteur van dat rapport is, weet ik niet, maar uit de inhoud blijkt dat de gezamenlijke letterendecanen, de VSNU en het zogenaamde regieorgaan Duurzame Geesteswetenschappen betrokken zijn. Het is een rapport dat om meer dan één reden opmerkelijk is. Zo wordt er bijvoorbeeld nogal slordig omgegaan met cijfers. Er wordt bij diverse stellingen naar verkeerde cijfers verwezen, of er worden boude beweringen gedaan zonder ook maar enige cijfermatige onderbouwing. Een alfa aan het werk? Daar wil ik het verder maar even niet over hebben.

Het opmerkelijkst is evenwel de optimistische toon waarin gesproken wordt over de problemen van de vreemde talen: problemen, hoe bedoelt u? Er zijn namelijk eigenlijk geen problemen volgens dit rapport! Okay, het klopt dat er weinig en steeds minder studenten kiezen voor studies als Italiaans, Duits, Frans, Spaans et cetera, maar dat wil niet zeggen dat studenten niet tóch deze talen leren. De onderdelen taalverwerving uit deze programma’s worden namelijk gekozen als onderdeel van andere studies (Taal en Communicatie, Europese en Internationale Studies, etc.). Het rapport gaat nogal makkelijk voorbij aan wat de talenstudies bij uitstek wetenschappelijk maakte: de studie van de letterkunde, taalkunde en cultuurkunde van de vreemde taal. Mikken we de deskundigheid op deze gebieden uit het Nederlandse universitaire palet onder het mom dat die passé is omdat er geen vraag meer naar is? Dat is lekker makkelijk, maar misschien toch niet zo’n goed idee. Veel moeilijker te beantwoorden is de vraag hoe je, als je kiest voor de koers van het rapport, bewerkstelligt dat niet alleen delen van de taalverwerving boven water blijven, maar ook de wetenschappelijk succesrijke onderdelen van de taal- en letterkunde van die vreemde talen.

We vinden in het rapport ook niets terug van de grote budgettaire problemen die de Nederlands faculteiten teisteren en deze zo ongeveer bij toerbeurt tot grote reorganisaties dwingen. Hoe kan dit? Bijna al de bij het rapport betrokken decanen worstelen dagelijks met deze akelige budgettaire werkelijkheid. Ik vermoed dat het dit is: met dit rapport hoopt men het ministerie over te halen geld te (blijven) geven. De gedachte is vermoedelijk dat niemand wil investeren in een sterfhuis. Daarom wordt precies het tegenovergestelde beweerd: het gaat hartstikke goed met de Geesteswetenschappen! We zien er maar even aan voorbij dat diezelfde overheid jaren lang niets anders heeft gedaan dan het universitaire onderwijs en onderzoek langzaam verder uitkleden, in het bijzonder de Geesteswetenschappen.

Misschien is er wat te zeggen voor deze Black Knight-strategie. Ik hoef niet dagelijks “met Den Haag” te onderhandelen. Maar ik heb mijn aarzelingen als ik hier en daar de resultaten van deze strategie zie (zie bijv. ook de zogenaamde prestatie-afspraken). Misschien moeten we Frits van Oostrom aanraden om zich niet in allerlei bochten te wringen voor de voortzetting van die paar miljoen van de Duurzame Geestes wetenschappen, maar hem aanraden een goed gesprek met John Cleese aan te gaan. Ze delen alvast hun werk over Arthur.

Met een hartelijke groet, fred